Bij vrijwel alle studioflitsers staat een richtgetal vermeld. Dit is een maatstaf om tussen flitsers de lichtopbrengst te vergelijken. Hoe hoger het richtgetal, des te krachtiger de flitser.

Wattage

Bijna alle  flitsers hebben hun lichtopbrengst in Wattseconde (Ws) verwerkt in de naam van het product. Een Linkstar FF-300 flitser heeft dus een vermogen van 300 Ws. Maar om flitsers onderling en van verschillende series en merken goed te vergelijken, is het handig om te kijken naar het richtgetal. Flits met hetzelfde vermogen kunnen door een andere bouw of behuizing toch iets verschillen. Omdat studioflitsers niet op de camera zelf gebruikt worden maar overal kunnen worden opgesteld, is het kijken naar een richtgetal niet zaligmakend. Maar het geeft wel een indruk hoe de lichtopbrengst van, bijvoorbeeld, een 500 Ws flitser in verhouding tot een normale (opzet)cameraflitser.

Hoe wordt een richtgetal berekend?

Het richtgetal zegt iets over de maximale afstand waarop de flitser een onderwerp kan belichten bij een bepaalde diafragmawaarde. Een flitser met een richtgetal dat twee keer zo groot is als dat van een andere flitser, kan een onderwerp belichten op een twee keer zo grote afstand als die andere flitser, bij dezelfde diafragmawaarde.

Als uitgangspunt wordt vrijwel altijd filmgevoeligheid ISO100 genomen (in het analoge tijdperk heette dit 100 ASA).

De formule luidt:

(Maximale) Afstand = Richtgetal / Diafragma

Voorbeeld:

Een flitser met richtgetal van 28 wordt gebruikt om een onderwerp op maximaal 5 meter afstand van de flitser te fotograferen. Het te gebruiken diafragma is f/5,6 want 28 / 5 (richtgetal/afstand) = 5,6.
Als je met deze flitser gaat fotograferen op diafragma f/2,8 dan kan je tot een afstand van 10 meter (28 / 2,8) een onderwerp goed uitlichten. Met diezelfde flitser en een lichtsterke lens met maximale opening f/1,4 kan tot een afstand van 20 meter (28 / 1,4) gefotografeerd worden.

Vond je dit artikel waardevol?